De naam van de omgevingsplanactiviteit zegt het al: bij deze activiteit is het omgevingsplan het uitgangspunt. Aan de hand van het omgevingsplan wordt beoordeeld of een vergunning nodig is en wat daarvoor de regels zijn. Is geen sprake van een activiteit die in strijd is met of waarvoor een verbod staat opgenomen in het omgevingsplan, dan is deze vergunning niet nodig.
Voor de omgevingsplanactiviteit geldt een van de drie mogelijke procedures:
Deze procedures worden hieronder verder uitgelegd.
Soms is voor een omgevingsplanactiviteit geen vergunning nodig. Dit is het geval bij een aantal bouwactiviteiten. De enige voorwaarde die in dat geval geldt, is dat de bouwactiviteit niet mag leiden tot een ‘ernstige ontsiering’ van het bouwwerk. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als afbreuk wordt gedaan aan het uiterlijk van een bouwwerk of het uiterlijk van het bouwwerk helemaal niet past in de omgeving.
Voorbeelden van bouwactiviteiten waarvoor geen vergunning voor een omgevingsplanactiviteit nodig is, als dit voldoet aan bepaalde regels over de omvang:
In het omgevingsplan staan regels over activiteiten en onder welke voorwaarden deze op een locatie zijn toegestaan. Een van die voorwaarden kan zijn dat een vergunning nodig is. Omdat de vergunningsplicht is opgenomen in het omgevingsplan, wordt dit een binnenplanse vergunningplicht genoemd.
Zoals in blog 4 is uitgelegd, heeft iedere gemeente direct een omgevingsplan van rechtswege bij het inwerkingtreden van de Omgevingswet. Pas eind 2031 hoeven de gemeenten nieuwe omgevingsplannen vast te stellen. Tot die tijd staan de regels voor een binnenplanse vergunning in het tijdelijk deel van het omgevingsplan, de bestaande gemeentelijke verordeningen of het nieuwe deel van het omgevingsplan zodra dat door de gemeente wordt vastgesteld.
Beoordelingsregels voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit kunnen heel verschillend zijn. Zo kunnen de beoordelingsregels zien op een goede verdeling van verschillende functies op de locatie (evenwichtige toedeling van functies), maar bijvoorbeeld ook op energiebesparing of andere doelen.
Omdat de regels zo verschillend kunnen zijn, is het niet mogelijk om voorbeelden te noemen waarvoor zeker een binnenplanse vergunningsplicht zal gelden. Wij verwachten wel dat vergunningsplicht deels hetzelfde is als de al bestaande regels over een vergunning op basis van het bestemmingsplan.
Een voorbeeld is dan dat in het omgevingsplan is genoemd dat de hoogte van een bouwwerk maximaal 10 meter mag zijn en een binnenplanse vergunningsplicht voor het geval dat het bouwwerk een hoogte heeft tot 12 meter geldt. Mocht het bouwwerk dan nog hoger worden dan 12 meter, dan geldt een buitenplanse vergunningsplicht. Twijfelt u over de vergunningsplicht voor de (bouw)activiteit die u wilt uitvoeren, neem dan gerust contact op.
Als een activiteit volgens de regels van het omgevingsplan niet is toegestaan, dan geldt een buitenplanse vergunningsplicht. De activiteiten vallen namelijk buiten het omgevingsplan. Bij een buitenplanse vergunningsplicht moet in de meeste gevallen een meer uitgebreide procedure worden gevolgd dan bij een binnenplanse vergunningsplicht.
Bij de aanvraag voor een vergunning van een buitenplanse activiteit moet de aanvrager informatie geven die nodig is om de gevolgen van de activiteit te beoordelen voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. De aanvrager kan dit aantonen met een goede onderbouwing voor de fysieke leefomgeving. Daaruit moet blijken dat de activiteit voldoet aan een evenwichtige toedeling van functies aan de locatie en ook dat de activiteit kan worden uitgevoerd. In blog 7 zijn wij ingegaan op deze ‘evenwichtige toedeling van functies’.
Mocht u willen weten hoe zo een onderbouwing eruit kan zien, dan vindt u op de website van de VNG twee voorbeelden van een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit onder de Omgevingswet. Deze vergunningen zijn opgesteld voor initiatieven/activiteiten die ook al zijn vergund. Ze bevatten een onderbouwing en zijn bedoeld als voorbeeld.
Met de Omgevingswet wordt het vergunningsstelsel dat ziet op het bouwen van bouwwerken ingrijpend gewijzigd. Bij de bouw van een bouwwerk moet steeds worden nagegaan of naast een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit ook een vergunning voor de omgevingsplanactiviteit nodig is. Daarnaast geldt ook voor andere activiteiten dat het omgevingsplan moet worden gecontroleerd of een binnenplanse of buitenplanse vergunning nodig is.
Wilt u weten of en zo ja, welke vergunning nodig is voor de activiteiten die u wilt uitvoeren? Of heeft u een andere vraag over de Omgevingswet? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet ontstaan nieuwe kansen en uitdagingen. Een goede voorbereiding hierop is van groot belang: wijzigen vergunningsprocedures? Leiden termijnoverschrijdingen nog automatisch tot het ontstaan van een vergunning? Hoe lang zal een vergunningsprocedure duren onder de Omgevingswet? En wat gebeurt er met een vergunningsaanvraag die vóór de invoering van de Omgevingswet wordt ingediend? Op deze vragen en meer geven wij de aankomende weken in verschillende blogs antwoord. In ons volgende blog gaan wij in op de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Klik hier voor een overzicht van alle geschreven blogs.