Handelsagentuur is één van de manieren om goederen en/of diensten via een derde partij te distribueren. Kenmerkend bij agentuur is dat de agent, op naam en voor rekening van de principaal, overeenkomsten sluit met klanten. De handelsagent bemiddelt dus bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen de principaal en de klant.
Agentuur is op Europees niveau geregeld in de Agentuurrichtlijn (86/653/EEG). De Agentuurrichtlijn is in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek geïmplementeerd in de artikelen 7:428 – 7:445 BW. Een groot aantal van deze artikelen is van zogenaamd dwingend recht. Dit betekent dat niet afgeweken kan worden van deze artikelen in bijvoorbeeld de agentuurovereenkomst die partijen sluiten. Bij het sluiten en beëindigen van een agentuurovereenkomst dienen de principaal en de handelsagent hier dan ook rekening mee te houden.
Wij hebben een reeks artikelen geschreven over valkuilen bij agentuur. Waar dien je allemaal rekening mee te houden bij het sluiten van een agentuurovereenkomst? Wat is verstandig om te regelen in een agentuurovereenkomst en op welke wijze kan je dit inrichten? En wat als je de samenwerking wilt beëindigen? Kan dat ‘zomaar’? En op welke vergoeding(en) heb je recht op bij beëindiging of dien je te betalen aan jouw wederpartij? Deze reeks (valkuilen bij agentuur) vind je hieronder.