Artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht verplicht bestuursorganen tot vergoeding van proceskosten, bij herroeping van een besluit “wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid”. Van de hoogte van de vergoeding valt niet veel te verwachten. Die is in veel gevallen niet veel meer dan € 1.000,-. Het bedrag moet dan ook meer gezien worden als een tegemoetkoming.
Veel belangrijker is dat het toekennen van deze vergoeding kan worden aangemerkt als een impliciete erkenning dat het bestuursorgaan onrechtmatig heeft gehandeld en dus schadeplichtig is. Bestuursorganen zijn om die reden minder snel geneigd om een proceskostenvergoeding toe te kennen.
Een schoolvoorbeeld is de uitspraak van 7 november jl. in de zaak die in hoger beroep werd voorgelegd aan de Raad van State, de hoogste Nederlandse bestuursrechter. Ook in die zaak weigerde het bestuursorgaan een proceskostenvergoeding.
In die zaak besloot de burgemeester van de Gemeente Vaals tot sluiting van een pand voor drie maanden op grond van de Opiumwet. Tijdens een doorzoeking had de politie namelijk een softdrugs aangetroffen, te weten 25,9 gram hennep en 3 gram hasj, alsmede een weegschaal en gripzakjes.
In de bezwaarprocedure legde de bewoner een doktersverklaring over waaruit blijkt dat hij medicinale hennep krijgt voorgeschreven. De burgemeester verklaarde het bezwaar ongegrond, maar herriep het besluit op basis van deze nieuwe informatie. In plaats van de sluiting werd een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat de bewoner van rechtswege een dwangsom verbeurt van € 5.000,-, als andermaal in de woning een
handelshoeveelheid drugs wordt aangetroffen. Het verzoek om een proceskostenvergoeding werd afgewezen.
In hoger beroep stelde de bewoner (onder meer) dat de burgemeester ten onrechte had afgezien van een proceskostenvergoeding. Ook vroeg hij om vergoeding van schade als gevolg van de volgens hem onrechtmatige poging van de burgemeester om zijn woning te sluiten, waaronder verhuiskosten. De Raad van State overweegt dat de burgemeester het sluitingsbevel herriep op basis van informatie die hij pas na het opleggen van het bevel had verkregen. Ook had de bewoner voorafgaand aan het sluitingsbevel niet aangevoerd dat de drugs vanwege gezondheidsredenen aanwezig waren of bijvoorbeeld medische stukken overgelegd.
Onder deze omstandigheden oordeelt de Raad van State dat geen sprake is van herroeping wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid, zodat de burgemeester op goede gronden heeft geweigerd de proceskosten in bezwaar te vergoeden. Ook het schadeverzoek werd afgewezen.
Als besluiten van de overheid leiden tot schade voor uw bedrijf, dan is het van belang om dit besluit aan te vechten in een bestuursrechtelijke procedure. Anders komt de rechtmatigheid van dat besluit vast te staan en blijft u met de schade zitten. Door het overheidsbesluit met succes aan te vechten, kan de schade worden verhaald op de overheid en eventuele schadeclaims van derden worden afgewenteld.
Als bij herroeping van het besluit een proceskostenvergoeding wordt toegekend, dan erkent het bestuursorgaan daarmee (impliciet) dat het overheidsbesluit onrechtmatig is. Die erkenning kan vervolgens in uw voordeel worden gebruikt om de schade te verhalen op de overheid.