Op grond van de wet (artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht) bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift zes weken. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. De wet (artikel 3:41 van de Awb) schrijft verder voor dat de bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbende zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager.
In deze zaak had appellant per e-mail een Wob-verzoek ingediend om een aantal documenten van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders te krijgen. Het besluit op dit verzoek werd door het bestuursorgaan op 11 augustus 2015 per e-mail bekendgemaakt aan appellant en later ook per brief. Appellant maakte op 23 september 2015 bezwaar tegen dit besluit en dat was exact één dag te laat wanneer het toezenden van het besluit per e-mail zou gelden als de bekendmaking van het besluit in de zin van artikel 3:41 Awb. Hoewel het bestuur daar niet de fatale conclusie aan verbond dat appellant niet-ontvankelijk was in zijn bezwaar, heeft de voorzieningenrechter op een later tijdstip ambtshalve getoetst of het bezwaarschrift binnen de wettelijke termijn was ingediend. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter was het bezwaarschrift niet binnen de daartoe gestelde termijn ingediend en had appellant volgens de voorzieningenrechter geen reden gegeven voor verschoonbaarheid van de overschrijding van de termijn. Daarop heeft de voorzieningenrechter het besluit op bezwaar vernietigd, het bezwaar van appellant alsnog niet-ontvankelijk verklaard en bepaald dat zijn uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
Appellant liet het er niet bij zitten en ging in hoger beroep bij de Afdeling. Ook daar vond hij het gelijk niet aan zijn zijde. Allereerst overwoog de Afdeling dat een bestuursorgaan een bericht dat tot een of meer geadresseerden is gericht (op grond van artikel 2:14, eerste lid van de Awb) elektronisch kan verzenden voor zover de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is. Naar het oordeel van de Afdeling heeft het bestuur zich terecht op het standpunt gesteld dat appellant kenbaar heeft gemaakt langs elektronische weg bereikbaar te zijn. Daarvoor is van belang dat appellant het Wob-verzoek via e-mail heeft ingediend en dat het bestuur de ontvangst daarvan per e-mail heeft bevestigd. Uit de dossierstukken volgt dat ook alle overige communicatie, zoals mededelingen van verdaging van het te nemen besluit op het Wob-verzoek, heeft plaatsgevonden langs elektronische weg. Ter zitting van de Afdeling heeft het bestuur daarover nog verklaard dat het regelmatig Wob-verzoeken van appellant ontvangt en dat alle correspondentie via e-mail plaatsvindt. Tussen het bestuur en appellant bestond met andere woorden een bestendige e-mailpraktijk die maakt dat appellant langs elektronische weg bereikbaar was. De Afdeling wijst in dit kader op haar uitspraken van 17 februari 2010 (ECLI:NL:RVS:2010:BL4121) en van 29 april 2008 (ECLI:NL:RVS:2008:BD0772). De stelling van appellant dat het besluit ook per gewone post aan hem was toegezonden en hem pas een week na de gestelde verzenddatum had bereikt was volgens de Afdeling gelet op het voorgaande niet meer relevant. De termijn waarbinnen bezwaar kon worden gemaakt ving immers volgens de Afdeling aan een dag na de verzending van het besluit per e-mail. De Afdeling oordeelde dan ook dat het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend en verklaarde appellante niet-ontvankelijk.
Let dus op wanneer u per e-mail informatie uitwisselt met bestuursorganen. Wellicht kunnen uw verzoeken worden aangemerkt als officiële aanvragen om een beschikking te nemen (in de zin van de Algemene wet bestuursrecht) en kan de reactie daarop van de overheid worden aangemerkt als een besluit (in de zin van de Awb) waartegen u binnen zes weken bezwaar moet aantekenen om te voorkomen dat dit besluit onherroepelijk wordt. Het blijft dus zaak om goed op te letten en bij twijfel tijdig juridische hulp in te roepen.
Wilt u meer informatie over dit onderwerp of advies over uw kansen op een succesvolle procedure tegen de overheid? Neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten op het gebied van overheidsrecht: Tim Segers, Peter Huijbregts en Jelle Bekke.