De Wet goed verhuurderschap omvat in hoofdlijnen de volgende onderdelen:
Particuliere en commerciële verhuurders van reguliere woonruimte, van verblijfsruimte voor arbeidsmigranten en verhuurbemiddelaars, moeten op grond van artikel 2 van de Wet goed verhuurderschap handelen volgens de regels van goed verhuurderschap. Goed verhuurderschap is een ruim begrip. Onder ‘goed verhuurderschap’ wordt namelijk verstaan dat een verhuurder zich: (i) onthoudt van discriminatie of intimidatie, (ii) geen hogere waarborgsom mag vragen dan tweemaal de kale termijnhuurprijs, (iii) de huurovereenkomst verplicht schriftelijk wordt aangegaan, (iv) dat er een informatieverstrekkingsplicht is en (v) dat het verboden is om dubbele bemiddelingskosten in rekening te brengen. Het gedrag van de verhuurder tegenover zijn huurder zal hier hoofdzakelijk de bepalende factor zijn.
Er zijn verschillende voorbeelden te geven van ‘goed verhuurderschap’. Zo ziet het voorkomen van discriminatie bijvoorbeeld op het hanteren van heldere en transparante selectieprocedures. Als een woon- of verblijfruimte openbaar wordt aangeboden, dan dient een verhuurder verplicht gebruik te maken van objectieve selectiecriteria. Deze selectiecriteria behoren ook voor de kandidaat-huurder kenbaar te zijn. Als de kandidaat-huurder niet gekozen wordt, dan dient de verhuurder zijn keuze aan hem te motiveren. Bij het tegengaan van intimidatie kan worden gedacht aan het niet dreigen met het opzeggen of niet verlengen van de huur. Daarnaast kan de informatieverstrekkingsplicht bijvoorbeeld zien op het schriftelijk informeren van de huurder over zijn rechten en plichten los van de huurovereenkomst.
Naast de landelijke algemene regels voor goed verhuurderschap, introduceert de Wet goed verhuurderschap de bevoegdheid voor gemeenten om lokale (strengere) regels in te voeren. Gemeenteraden kunnen in een verhuurverordening bepalen dat er een verhuurvergunningsplicht geldt voor bepaalde categorieën van woon- en verblijfsruimte. Ook hebben gemeenteraden de bevoegdheid een verhuurvergunning verplicht te stellen voor woonruimte in wijken waar de leefbaarheid onder druk staat. Zo is het mogelijk deze kwetsbare wijken extra te beschermen. De Wet goed verhuurderschap introduceert deze bevoegdheid ook voor de verhuur van verblijfsruimte aan arbeidsmigranten.
Aan het verkrijgen van een verhuurvergunning kunnen voorwaarden worden verbonden. De wetgever heeft met het oog op uniformering, de voorwaarden beperkt en vastgelegd in artikel 8 van de Wet goed verhuurderschap. Voor woonruimte mogen gemeenten drie voorwaarden stellen die zien op: (i) de wijze waarop de verhuurder aantoont hoe hij invulling geeft aan de regels van goed verhuurderschap, (ii) de maximale huurprijs en het maximale huurverhogingspercentage voor zelfstandige woonruimte in de gereguleerde sector en (iii) het hebben en uitvoeren van een onderhoudsplan. Het valt nog te bezien of iedere gemeente overgaat tot het opstellen van een verhuurverordening en hoe uitwerking wordt gegeven aan deze voorwaarden.
De regels die gelden op grond van de Wet goed verhuurderschap dienen ook te worden nageleefd. Daarom is handhaving nodig. Vandaar zijn in artikel 10 tot en met 20 van deze wet, verschillende sanctie en handhavingsinstrumenten opgenomen voor de gemeente, specifiek voor het college van burgemeester en wethouders. De volgende sanctie en handhavingsinstrumenten zijn beschikbaar:
Verhuurders van woon- en verblijfsruimte en verhuurbemiddelaars moeten rekening houden met de veranderingen die de Wet goed verhuurderschap met zich brengt. Omdat gemeenten meer bevoegdheden krijgen op zowel civiel- als bestuursrechtelijk gebied, raden wij verhuurders aan om nauwlettend in de gaten te houden of een gemeente waarin zij woon- of verblijfsruimte aanbieden extra regels stelt, bijvoorbeeld door het vaststellen van een verhuurverordening.
Mocht u vragen hebben over de Wet goed verhuurderschap, de toepassing daarvan of de gevolgen voor uw huurovereenkomst? Neem dan gerust contact op met een van onze huurrechtspecialisten.