Het omgevingsplan bevat algemene regels van de gemeente voor de fysieke leefomgeving. Als de Omgevingswet in werking treedt, heeft iedere gemeente direct een omgevingsplan van rechtswege. De omzetting van dit tijdelijke deel van het omgevingsplan naar het nieuwe deel moet eind 2032 klaar zijn. Ook het omzetten van de bruidsschat moet dan klaar zijn.
De verwachting is dat gemeenten per gebied het nieuwe deel van het omgevingsplan opstellen en de oude regels gaan omzetten. Een gemeente bepaalt dan zelf hoe groot zo'n gebied is. De gemeente hoeft dus niet in één keer voor het hele grondgebied de regels om te zetten. Het is daarbij wel zo dat als een ruimtelijke regel voor een bepaald gebied vervalt in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, alle ruimtelijke regels voor dat gebied vervallen. Het is dus niet mogelijk om voor een gebied ruimtelijke regels te schrappen en tegelijkertijd andere ruimtelijke regels voor datzelfde gebied te behouden.
Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten bruidsschatregels omzetten naar het nieuwe deel van het omgevingsplan. Gemeenten kunnen deze regels ongewijzigd omzetten, deze aanpassen of laten vervallen. De bruidsschatregels mogen per thema worden omgezet. De verwachting hierbij is dat gemeenten bepaalde bruidsschatregels zullen aanpassen aan het betreffende gebied voordat deze worden omgezet.
De gemeenten kunnen de bruidsschatregels aanpassen zodat deze passend en eenvoudig waar nodig zijn. De rijksoverheid geeft hierover de volgende voorbeelden:
Het vaststellen van het nieuwe gedeelte van het omgevingsplan kan van grote invloed zijn op het uitvoeren van verschillende activiteiten van bedrijven en burgers. Het is daarom goed om te weten hoe de procedure van het wijzigen van het omgevingsplan eruit ziet en op welke momenten hiertegen kan worden opgekomen.
Goed om te weten is dat, voordat de gemeente de procedure doorloopt om het omgevingsplan te wijzigen, de gemeente een voorbereidingsbesluit kan vaststellen. In dit besluit zijn dan ‘voorbeschermingsregels’ opgenomen om bijvoorbeeld een gebied te beschermen tegen ongewenste ontwikkelingen tijdens de wijzigingsprocedure van het omgevingsplan. Bijvoorbeeld als de gemeente een bestaand agrarisch gebied wil omvormen tot woongebied. De voorbeschermingsregels kunnen dan verbieden om in dit agrarisch gebied nieuwe agrarische gebouwen te bouwen, zoals een schuur.
Bij het wijzigen van het tijdelijke deel van het omgevingsplan of bij het wijzigen van een nieuw gedeelte van het omgevingsplan, volgt de gemeente een vaste juridische procedure.
Deze procedure wordt de openbare voorbereidingsprocedure genoemd en staat in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De verdere regels over de procedure staan in de Omgevingswet, het Omgevingsbesluit en de Awb. Deze procedure is niet nieuw. Het gaat om dezelfde procedure als die nu wordt gevolgd bij het vaststellen van bijvoorbeeld een bestemmingsplan. De procedure bestaat uit drie verschillende stappen:
De gemeente maakt bekend dat ze het omgevingsplan gaat wijzigen en stelt hiervoor de noodzakelijke stukken op. Het uitgangspunt is dat de gemeente bedrijven en burgers hierbij betrekt. In het omgevingsplan moet worden uitgelegd hoe de gemeente burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere bestuursorganen bij de voorbereiding heeft betrokken. En ook wat de gemeenten met de resultaten heeft gedaan.
De gemeente geeft kennis van het ontwerp-omgevingsplan en legt het ter inzage. Iedereen kan het ontwerp en de voorbereidingsstukken inzien en daarna zienswijzen inbrengen. Dat kan binnen 6 weken vanaf het moment van terinzagelegging van het ontwerp-omgevingsplan. Dit kan schriftelijk of mondeling.
Vervolgens stelt de gemeente het omgevingsplan vast en publiceert deze ook. Bij de toelichting van het definitieve besluit moet de gemeente ingaan op de ingediende zienswijzen. Binnen 6 weken kan vanaf het moment van publicatie beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit is de hoogste en enige rechtelijke instantie waarbij beroep kan worden ingesteld tegen een omgevingsplan.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet ontstaat direct een omgevingsplan met een tijdelijk deel. Het is vervolgens aan de gemeente om dit tijdelijke deel op tijd te vervangen door nieuwe regels. De gemeente kan de regels uit het tijdelijke deel omzetten en aanpassen naar regels die passend zijn voor het gebied of het thema. Dit moet de gemeente doen door het omgevingsplan te wijzigen. Het wijzigen van het omgevingsplan kent een vaste procedure die bestaat uit drie stappen. Gedurende die stappen is het mogelijk om via participatie of het indienen van zienswijzen invloed uit te oefenen op het omgevingsplan. Uiteindelijk kan ook beroep worden ingesteld bij de hoogste bestuursrechter.
Heeft u een vraag over het nieuwe gedeelte van het omgevingsplan? Wilt u weten wat deze wijzigingen concreet inhouden voor uw situatie of wilt u een zienswijze indienen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet ontstaan nieuwe kansen en uitdagingen. Een goede voorbereiding hierop is van groot belang: wijzigen vergunningsprocedures? Leiden termijnoverschrijdingen nog automatisch tot het ontstaan van een vergunning? Hoe lang zal een vergunningsprocedure duren onder de Omgevingswet? En wat gebeurt er met een vergunningsaanvraag die vóór de invoering van de Omgevingswet wordt ingediend? Op deze vragen en meer geven wij de aankomende weken in verschillende blogs antwoord. In ons volgende blog gaan wij in op de decentrale (lokale) regels van het omgevingsplan.
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Klik hier voor een overzicht van alle geschreven blogs.