Photo 1509130298739 651801C76e96

WHOA: Het eerste goedgekeurde (gehomologeerde) akkoord

23 februari 2021

Op 19 februari 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland het eerste akkoord onder de WHOA goedgekeurd (gehomologeerd.) De lezenswaardige uitspraak geeft een goed beeld van hoe de Rechtbank een aangeboden akkoord beoordeelt.

Het betreft een verzoek dat is ingediend door de schuldenaars zelf (een holding en een werkmaatschappij). Zij exploiteren een onderneming in de evenementen-branche waarbij zij met name werkzaam zijn voor grootschalige (wereldwijde) evenementen. Als gevolg van het Corona-virus en de maatregelen van de overheid is de onderneming in maart 2020 van de ene op de andere dag stilgevallen. In het afgelopen jaar hebben zij meerdere stappen ondernomen om de onderneming levensvatbaar te houden. Zo is er een reorganisatie doorgevoerd waarbij 21 van de 25 werknemers zijn afgevloeid en hebben ze huurcontracten en leasecontracten beëindigd. Er is zelfs geprobeerd om, voor invoering van de WHOA, een akkoord aan te bieden aan de schuldeisers, maar niet alle schuldeisers hebben toen ingestemd, reden waarom het akkoord toen niet is geslaagd.

Kort samengevat is het volgende akkoord aangeboden:

1. de DGA lost een deel van de openstaande rekening-courant vordering ineens af;

2. schuldenaars verkrijgen een nieuwe bankfinanciering;

3. de schuldeisers worden over drie klassen verdeeld;

- de Belastingdienst krijgt 21% op haar vordering vergoed;

- een schuldeiser met een recht van retentie verkrijgt de waarde van de zaken 100% vergoed;

- de concurrente schuldeisers (ergo alle overige schuldeisers) krijgen 16% op hun vordering vergoed;

4. er wordt de rechtbank verzocht om de lopende huurcontracten voor drie printers te beëindigen. De afkoopwaarde van het contract wordt meegenomen in het akkoord (en wordt dus voor 16% vergoed).

Uiteindelijk stemmen alle klassen in met het aangeboden akkoord (een klasse stemt in wanneer minimaal 66,66% van de waarde van de vorderingen heeft ingestemd). Een van de concurrente schuldeisers die tegen heeft gestemd, heeft nog een verweerschrift ingediend bij de rechtbank waarom het akkoord niet zou moeten worden gehomologeerd.

De rechtbank doorloopt de benodigde stappen om het akkoord te beoordelen en nadat zij tijdens de zitting nog wat vragen heeft gesteld aan de verzoekers, komt zij tot het oordeel dat er geen sprake is van een (algemene) afwijzingsgrond. De rechtbank concludeert:

- dat duidelijk is dat de onderneming op termijn niet aan haar verplichtingen kan blijven voldoen (zgn. light insolvency test);

- dat sprake is van een zuiver besluitvormingsproces;

- dat schuldeisers in de correcte klasse zijn ingedeeld;

- dat alle klassen hebben ingestemd met het akkoord.

Ten aanzien van het verweer van een van de schuldeisers (bijzondere afwijzingsgrond) concludeert de rechtbank dat gebleken is dat de schuldeisers beter af zijn bij dit akkoord dan in geval van een faillissement (en dat er dus geen sprake is van een bijzondere afwijzingsgrond)

De rechtbank homologeert dan ook het eerste WHOA-akkoord in Nederland.

Uiteraard zijn er voor de juristen onder ons nog veel meer interessante aspecten aan deze uitspraak. Zo blijkt namelijk dat de verzoekers feitelijk twee akkoorden hebben aangeboden maar deze als één akkoord hebben gepresenteerd. De Rechtbank merkt op dat dit strikt genomen niet de juiste weg is, maar dat daar in dit geval geen consequenties aan worden verbonden. Verder wordt duidelijk dat het verstandig is om bij een verzoek tot beëindiging van een contract ook de gewenste einddatum dient te worden gecommuniceerd.

 

Mocht u vragen hebben, neem gerust contact op met een van onze specialisten. 

 

 

 

Auteur:
Meer weten? Neem contact op met: