Wat houdt de Wet opheffing verpandingsverboden in?

Tot voor kort was het gebruikelijk dat bedrijven in hun contracten met leveranciers een zogenaamd verpandingsverbod opnamen. Dit betekende dat leveranciers hun vorderingen op klanten niet konden overdragen of verpanden aan banken of andere financiers als zekerheid voor een lening. Deze praktijk beperkte de financieringsmogelijkheden voor veel mkb-bedrijven en belemmerde hun groei en innovatie.​

Met de nieuwe wet wordt deze beperking opgeheven. Bedrijven mogen voortaan hun vorderingen, die voortkomen uit de uitoefening van een beroep of bedrijf, overdragen of verpanden voor financieringsdoeleinden.

Voordelen voor mkb-ondernemers

De opheffing van verpandingsverboden biedt diverse voordelen voor mkb-ondernemers:​

• Verbeterde toegang tot financiering: Door vorderingen als onderpand te kunnen gebruiken, kunnen bedrijven gemakkelijker leningen verkrijgen bij banken of factormaatschappijen.​
• Verhoogde liquiditeit: Het sneller kunnen aantrekken van werkkapitaal stelt bedrijven in staat om investeringen te doen en door te groeien.​
• Gelijk speelveld: In veel andere Europese landen waren dergelijke beperkingen al opgeheven. Met deze wet wordt het concurrentieniveau tussen Nederlandse bedrijven en hun buitenlandse concurrenten gelijkgetrokken.​

Wat betekent dit voor financiers?

Voor banken en andere kredietverleners betekent de wet dat zij nu een breder scala aan zekerheden kunnen accepteren. Vorderingen die voorheen niet verpandbaar waren, kunnen nu wel als onderpand dienen, wat de risicoanalyse vereenvoudigt en mogelijk leidt tot een grotere bereidheid om krediet te verstrekken.

Wanneer treedt de wet in werking?

Op 1 juli 2025 treedt de wet in werking. Voor bestaande contracten geldt wel een overgangstermijn van 3 maanden. Vanaf 1 oktober 2025 worden ook die verboden geacht nooit te hebben bestaan. Let wel op, deze verandering werkt niet automatisch terug, er ontstaat dus geen pandrecht met terugwerkende kracht. Pas wanneer (opnieuw) aan alle vestigingsvereisten voor een pandrecht is voldaan, komt er een pandrecht tot stand.

Aanvullend schriftelijkheidsvereiste

Voor de verpanding van vorderingen, waarvoor een (nietig) verpandingsverbod is overeengekomen, dient de mededeling van deze verpanding schriftelijk plaats te vinden. Vindt er geen schriftelijke mededeling plaats, dan heeft zij geen rechtgevolg. Op deze manier wordt bewerkstelligd dat het voor de debiteur voldoende duidelijk is aan wie betaald moet worden.

Conclusie

De Wet opheffing verpandingsverboden is een belangrijke ontwikkeling voor het mkb in Nederland. Door bedrijven meer mogelijkheden te bieden om hun vorderingen als onderpand te gebruiken, wordt hun toegang tot financiering vergroot, wat bijdraagt aan economische groei en innovatie. Het is nu aan bedrijven en financiers om deze nieuwe mogelijkheden te benutten en samen te werken aan een sterkere en duurzamere economie.​

Contact

Heeft u een vraag over dit onderwerp? Neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten.