Photo 1447968954315 3F0c44f7313c

LESSEN UIT DE EVALUATIE VAN DE WET FRANCHISE IN BELGIË

12 december 2024

Met bijna 4 jaar op de teller, komt de evaluatie van de Wet franchise steeds dichterbij. Bij de inwerkingtreding daarvan is namelijk bepaald dat de wet na vijf jaar geëvalueerd diende te worden. Recent heeft in België een evaluatie van de Belgische Wet franchise plaatsgevonden. Naar aanleiding van die evaluatie zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd in de Belgische wetgeving. Eén van die wijzigingen ziet op de precontractuele informatieplicht en de standstillperiode. De Nederlandse Wet franchise en meer in het bijzonder de standstillperiode en de precontractuele informatieverplichtingen, zijn gebaseerd op de Belgische wetgeving. Des te meer reden om eens een kijkje over de grens te nemen.

PID in België

In België is een franchisegever verplicht om aan zijn kandidaat-franchisenemer ten minste vier weken voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst, de concept franchiseovereenkomst én een separaat document met daarin losse informatie gebundeld, te verstrekken. Dit document wordt ook wel het precontractueel informatiedocument (PID) genoemd.

Oude Belgische franchisewetgeving bepaalde dat een franchisegever onder meer informatie diende te verstrekken in het PID over “de verbintenissen” en “de gevolgen van het niet-behalen van de verbintenissen”. Dit had tot gevolg dat veelal de franchiseovereenkomst één op één werd overgenomen in het PID. Daarmee werd voorbij gegaan aan het doel van de precontractuele informatieverplichting, namelijk het creëren van duidelijkheid voor een kandidaat-franchisenemer.

Met de recente wetswijziging zijn deze frases verwijderd en is veel concreter bepaald welke informatie een franchisegever op deze twee punten dient te verstrekken voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst. Dit biedt meer duidelijkheid voor een franchisegever en voorkomt dat het PID een herhaling van zetten is.

De concrete informatie die een franchisegever op basis van dit onderdeel van de wet aan zijn kandidaat-franchisenemer dient te verstrekken, betreft:

  • De kosten bij opstart of wederkerende kosten, zoals marketing, informatica, transport, opleiding ten laste van de persoon die het recht verkrijgt, en de voorwaarden tot wijziging hiervan;  
  • De verplichtingen met betrekking tot het hanteren van maximumprijzen;  
  • De verplichtingen met betrekking tot de minimumomzet en minimumafname en de gevolgen van het niet-behalen ervan; 
  • De beperkingen op het gebruik van intellectuele eigendomsrechten;  
  • De beperkingen op de toegang tot en de gebruiksrechten van klantendata tijdens en na de overeenkomst van de persoon die het recht verkrijgt;  
  • De beperkingen met betrekking tot online verkoop en online promotie;  
  • De bedingen over de relatie en de afhankelijkheid tussen de franchiseovereenkomst en de huurovereenkomst of elke andere overeenkomst betreffende de exploitatievestiging; 
  • Het forumkeuze- en rechtskeuzebeding.

 

PID in Nederland

Zoals gezegd, is de Nederlandse franchisewetgeving mede gebaseerd op de Belgische wetgeving. Nederland kent, net als België, een precontractuele informatieverplichting en een standstill-periode van (tenminste) vier weken.

In Nederland is in artikel 7:913 BW neergelegd welke informatie een franchisegever  aan de kandidaat franchisenemer dient te verstrekken. Artikel 7:913 BW kent een lijst van onderwerpen waarover in elk geval informatie moet worden verstrekt. Maar die informatieplicht is heel breed, omdat is bepaald dat ook alle overige informatie moet worden verstrekt waarvan de franchisegever weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze van belang is voor het sluiten van de franchiseovereenkomst.

 

Belang Belgische wetgeving voor Nederland

Het is aannemelijk dat de onderwerpen die volgens de Belgische wet in het Belgische PID opgenomen moeten worden, aangemerkt kunnen worden als ook redelijkerwijs van belang voor Nederlandse kandidaat-franchisenemers. Dat zijn dus onder meer de hiervoor benoemde onderwerpen. Alle  onderwerpen die volgens de Belgische wet in het Belgische PID opgenomen dienen te worden, tref je op de website van de Belgische federale overheidsdiensten.[1]

Wij raden franchisegevers dan ook aan om bij het opstellen van het PID ook de door de Belgische wetgever opgesomde informatie te verstrekken aan de kandidaat-franchisenemers.

 

[1] Zie hiervoor WER art. X.28 (toekomstig recht).

Auteur:

Do you have a question?