In België is een franchisegever verplicht om aan zijn kandidaat-franchisenemer ten minste vier weken voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst, de concept franchiseovereenkomst én een separaat document met daarin losse informatie gebundeld, te verstrekken. Dit document wordt ook wel het precontractueel informatiedocument (PID) genoemd.
Oude Belgische franchisewetgeving bepaalde dat een franchisegever onder meer informatie diende te verstrekken in het PID over “de verbintenissen” en “de gevolgen van het niet-behalen van de verbintenissen”. Dit had tot gevolg dat veelal de franchiseovereenkomst één op één werd overgenomen in het PID. Daarmee werd voorbij gegaan aan het doel van de precontractuele informatieverplichting, namelijk het creëren van duidelijkheid voor een kandidaat-franchisenemer.
Met de recente wetswijziging zijn deze frases verwijderd en is veel concreter bepaald welke informatie een franchisegever op deze twee punten dient te verstrekken voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst. Dit biedt meer duidelijkheid voor een franchisegever en voorkomt dat het PID een herhaling van zetten is.
De concrete informatie die een franchisegever op basis van dit onderdeel van de wet aan zijn kandidaat-franchisenemer dient te verstrekken, betreft:
Zoals gezegd, is de Nederlandse franchisewetgeving mede gebaseerd op de Belgische wetgeving. Nederland kent, net als België, een precontractuele informatieverplichting en een standstill-periode van (tenminste) vier weken.
In Nederland is in artikel 7:913 BW neergelegd welke informatie een franchisegever aan de kandidaat franchisenemer dient te verstrekken. Artikel 7:913 BW kent een lijst van onderwerpen waarover in elk geval informatie moet worden verstrekt. Maar die informatieplicht is heel breed, omdat is bepaald dat ook alle overige informatie moet worden verstrekt waarvan de franchisegever weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze van belang is voor het sluiten van de franchiseovereenkomst.
Het is aannemelijk dat de onderwerpen die volgens de Belgische wet in het Belgische PID opgenomen moeten worden, aangemerkt kunnen worden als ook redelijkerwijs van belang voor Nederlandse kandidaat-franchisenemers. Dat zijn dus onder meer de hiervoor benoemde onderwerpen. Alle onderwerpen die volgens de Belgische wet in het Belgische PID opgenomen dienen te worden, tref je op de website van de Belgische federale overheidsdiensten.[1]
Wij raden franchisegevers dan ook aan om bij het opstellen van het PID ook de door de Belgische wetgever opgesomde informatie te verstrekken aan de kandidaat-franchisenemers.
[1] Zie hiervoor WER art. X.28 (toekomstig recht).