Recent hebben de vereniging van franchisenemers van supermarktketen Albert Heijn en de franchisegever (Albert Heijn) elkaar getroffen in de rechtszaal.[1] In deze uitspraak kwamen meerdere vragen aan bod. Onder meer: Mocht Albert Heijn zonder voorafgaande instemming van de franchisenemers een maaltijden bezorgservice introduceren? En heeft de vereniging van franchisenemers niet als goed franchisenemer gehandeld door te weigeren met Albert Heijn over drempelwaardes voor het instemmingsrecht te onderhandelen?
De Albert Heijn-winkelformule wordt door ongeveer 200 franchisenemers geëxploiteerd. Deze franchisenemers hebben zich verenigd in de een vereniging van franchisenemers (“De Vereniging”). De Vereniging is een procedure bij de rechtbank gestart vanwege de introductie door Albert Heijn van de maaltijden bezorgservice genaamd Maaltijd Thuis. De Vereniging heeft zich op het standpunt gesteld dat dit een afgeleide formule is, waarop het instemmingsrecht van toepassing is. Albert Heijn had de franchisenemers dan ook om toestemming moeten vragen voordat zij dit concept ging invoeren. Albert Heijn was het daar niet mee eens. Volgens Albert Heijn kwalificeert het concept Maaltijd Thuis niet als afgeleide formule én zou geen sprake zijn van omzetderving aan de zijde van de franchisenemers.
De rechtbank heeft het standpunt van de Vereniging gevolgd en concludeert dat Maaltijd Thuis als een afgeleide formule moet worden beschouwd waarop het instemmingsrecht van toepassing is. De rechtbank komt mede tot deze conclusie door (i) het gebruik van de naam en het logo van Albert Heijn door Maaltijd Thuis en (ii) de sterke gelijkenis met de kant-en-klaarmaaltijden die in de winkels van de franchisenemers verkocht worden. Dit maakt dat het publiek Maaltijd Thuis zal associëren met de franchiseformule. Bovendien heeft Albert Heijn niet ontkend dat ze (i) voor de promotie van de nieuwe service gebruik wil maken van het populaire tijdschrift Allerhande en (ii) de look & feel van de Maaltijd Thuis bestelbus vrijwel gelijk is aan de look & feel van de Albert Heijn-bestelbus. Wat de associatie met de Albert Heijn-formule verder zou versterken.
Tevens meent de rechtbank dat redelijkerwijs voorzienbaar is dat de implementatie van het concept Maaltijd Thuis “tenminste enige omzetderving voor de franchisenemers tot gevolg zal hebben.” Vanwege het feit dat partijen geen omzetdrempel overeen zijn gekomen, geldt dat het instemmingsrecht op de introductie van het concept Maaltijd Thuis van toepassing is.
Albert Heijn heeft op haar beurt een tegenvordering ingesteld bij de rechtbank. Deze vordering verdient enige toelichting.
Albert Heijn en de Vereniging zijn in aanloop naar de inwerkingtreding van de Wet franchise met elkaar in overleg getreden over de implementatie van de wet in de franchiseovereenkomst. Eén van de overlegpunten betrof de hoogte van de drempelwaardes voor verwachte omzetderving die zou gelden voor het instemmingsrecht. Partijen hebben daar uiteindelijk geen overeenstemming over bereikt. Zij hebben vervolgens opgenomen dat ze om die reden aansluiting zouden zoeken bij de wettelijke regeling. Deze en de andere gemaakte afspraken zijn neergelegd in een addendum. Ook nadien heeft Albert Heijn meerdere malen getracht om met de Vereniging drempelwaardes overeen te komen. Zonder succes. De Vereniging weigerde om afspraken te maken met Albert Heijn over drempelwaardes. De Vereniging heeft zich op het standpunt gesteld dat dit overleg diende plaats te vinden in samenhang met de onderhandelingen over de bestaande afgeleide formules. Het credo van de Vereniging was: eerst afspraken maken over de bestaande afgeleide formules én dan gaan we met elkaar in gesprek over de drempelwaardes voor toekomstige afgeleide formules.
Volgens Albert Heijn kwalificeert dit handelen als een handelen in strijd met goed franchisenemerschap. Dat betoog volgt de rechtbank. Volgens de rechtbank mocht de Vereniging de onderhandelingen niet uit de weg gaan door te volharden dat zij alleen wilde onderhandelen over de drempelwaardes indien éérst afspraken zouden worden gemaakt over de bestaande afgeleide formules. De rechtbank is van mening dat de Vereniging Albert Heijn hiermee klem heeft gezet.
Ondanks de evidente verschillen tussen de Albert Heijn winkel franchiseformule en de maaltijden bezorgservice Maaltijd Thuis, kwalificeert de formule Maaltijd Thuis toch als een afgeleide formule. Dit vanwege de duidelijke associatie met de winkelformule. Mocht je als eigenaar van een bestaande formule voornemens zijn een nieuwe formule te exploiteren, wees dan terughoudend met het inzetten van onderdelen van de bestaande formule bij de exploitatie van de nieuwe formule.
Daarbij toont het vonnis het belang van de drempelwaardes aan. Indien geen drempelwaardes zijn overeengekomen, zal bij een afgeleide formule of een wijziging van de formule iedere omzetdaling of kostenpost, hoe gering ook, meebrengen dat de instemming van de franchisenemers vereist is.
Daar staat tegenover dat de franchisenemers ook aan de belangen van de franchisegever moeten denken. Ook in de onderhandeling over bijvoorbeeld drempelwaardes. Indien de franchisenemers zich daarin onredelijk opstellen, kan dat meebrengen dat de franchisenemers zich niet gedragen als een goed franchisenemer als bedoeld in artikel 7:912 BW.
[1] Rechtbank Noord-Holland 8 januari 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:43.