De huidige NOW-regeling bepaalt dat bij een subsidieaanvraag van een werkgever die onderdeel is van een ‘groep’ het (geconsolideerde) omzetverlies van de hele groep (het concern) bepalend is. Bij sommige concerns zijn bepaalde werkmaatschappijen geheel of gedeeltelijk stilgevallen door de Coronacrisis, terwijl andere concernonderdelen wel goed blijven draaien. De werkmaatschappij die nagenoeg stil ligt, komt onder de huidige regeling niet in aanmerking voor een subsidie als het omzetverlies op concernniveau lager is dan 20%. Als het personeel van die werkmaatschappij niet elders in het concern kan worden ingezet, leidt dit mogelijk tot ontslagen en dat is nu net wat de NOW-regeling probeert te voorkomen.
De thans door de minister naar aanleiding van de motie Palland c.s. aangekondigde verruiming maakt het mogelijk dat een individuele werkmaatschappij van een concern een subsidie voor haar loonkosten kan aanvragen op basis van de omzetdaling van die individuele werkmaatschappij (i.p.v. het concernniveau), ook als bij het concern als geheel sprake is van minder dan 20% omzetdaling. Voor zo’n subsidieaanvraag gelden wel extra voorwaarden. Voor het overige wijzigt de regeling niet.
Werkgevers die een subsidie aanvragen op grond van deze verruiming van de regeling moeten aan de volgende extra voorwaarden voldoen:
Het concern, waarvan de werkmaatschappij onderdeel uitmaakt, moet verklaren over 2020 geen dividend of bonussen uit te keren en geen eigen aandelen terug te kopen tot en met de datum van de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening over 2020 wordt vastgesteld.
Een werkmaatschappij met 20 of meer werknemers moet met de belanghebbende verenigingen van werknemers, als die ontbreekt met een andere werknemersvertegenwoordiging, een akkoord hebben over werkbehoud bij de werkmaatschappij. Bedoeld wordt de ‘belanghebbende verenigingen van werknemers’ in de zin van de Wet melding collectief ontslag. Dit is veelal de vakbond met wie een cao gesloten is in de bedrijfstak waartoe de werkmaatschappij behoort. Indien een vakbond ontbreekt dan geldt dat de werkmaatschappij een akkoord zal moeten bereiken met de ondernemingsraad of - als die eveneens ontbreekt – een personeelsvertegenwoordiging. Werkmaatschappijen met minder dan 20 werknemers hoeven niet met de vakbond aan tafel; zij kunnen volstaan met een akkoord met een vertegenwoordiging van werknemers. De minister probeert hiermee zeker te stellen dat gebruik van de regeling daadwerkelijk noodzakelijk is voor werkbehoud binnen de concerns.
Voor concerns met personeel-bv’s geldt dat zij altijd moeten uitgaan van omzetdaling op concernniveau. Op dat niveau komen de omzet en de inzet van het personeel immers samen. Dat betekent dat concerns met een personeels-bv géén gebruik kunnen maken van deze verruiming van de NOW-regeling.
Tot slot gelden de volgende beperkingen om strategisch gedrag binnen het concern te voorkomen:
a. Opdrachten
De andere werkmaatschappijen mogen geen opdrachten of projecten uitvoeren die zij normaalgesproken niet zouden uitvoeren en die ten koste gaan van de werkmaatschappij die de subsidie aanvraagt. Opdrachten in en over de meetperiode mogen niet op een laat of later moment worden omgeboekt van de werkmaatschappij die de subsidie aanvraagt naar een andere werkmaatschappij.
b. Personeel
Wanneer werknemers van de werkmaatschappij in het subsidie-tijdvak werkzaamheden verrichten bij een andere werkmaatschappij, wordt de omzet van de werkmaatschappij die de subsidie aanvraagt verhoogd met de (theoretische) omzet uit die werkzaamheden. Deze werknemers werken dan immers voor het concern en de omzet en resultaten van die activiteiten komen ook toe aan het concern (en de aandeelhouders).
c. Transferpricing
Het transferpricing systeem dat is gehanteerd in de jaarrekening 2019 of de laatst vastgestelde jaarrekening is leidend voor de meetperiode 2020 en mag niet worden aangepast. Dit om te voorkomen dat met omzet geschoven wordt door de interne doorbelastingen extra te verhogen of verlagen.
d. Voorraden
Mutaties in de voorraden gereed product worden aan de omzet toegerekend. Voorbeeld: een werkmaatschappij produceert goederen die zij normaalgesproken direct verkoopt en houdt de goederen in voorraad in de meetperiode. Hierdoor neemt de omzetdaling toe, terwijl de activiteiten niet of slechts beperkt afnemen. Om dit te voorkomen wordt de omzet van de goederen meegenomen in de berekening van de omzet.
De accountant kan (en moet mogelijk zelfs) enkele voorwaarden controleren. Dit wordt nog nader uitgewerkt. Naast voormelde extra voorwaarden dient aan alle overige voorwaarden van de NOW-regeling te worden voldaan. Lees hier meer over (de voorwaarden van) de NOW-regeling en lees hier welke ondernemingen wel en niet kwalificeren als werkmaatschappij.
De verruiming ziet op een uitzondering op de hoofdregeling; alleen in de gevallen waarbij op concernniveau geen sprake is van 20% omzetdaling kan een werkmaatschappij gebruik maken van deze mogelijkheid. Een concern kan dus niet ‘kiezen’ op welk niveau de omzetdaling als uitgangspunt geldt voor de NOW aanvraag. De verruiming heeft dan ook geen gevolgen voor reeds ingediende NOW aanvragen die voldoen aan het vereiste van 20% omzetdaling.
In de loop van volgende week zal de wijziging van de regeling worden gepubliceerd. Dan wordt naar verwachting ook bekend vanaf welke datum van de verruimde regeling gebruik kan worden gemaakt.