Er is (kort samengevat) sprake van een agentuurrelatie als de agent (de exploitant van het platform) tegen een vergoeding bemiddelt bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen de principaal (de aanbieder van de content) en de klant. Bij de reisplatforms gaat het om losse reiscomponenten (bijvoorbeeld een vlucht, hotel of transfer) of een combinatie (pakketreis). De principaal is dan een airline, een aanbieder van hotelbedden, een busmaatschappij of een touroperator. Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van een agentuur is niet relevant hoe de relatie door partijen wordt genoemd. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden van een agentuur zoals opgenomen in de wet (artikel 7:428 BW), kwalificeert de relatie als een agentuur.
Een van de discussiepunten betreft de vraag of online platforms bemiddelen bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen de klant en de aanbieder op het platform. Hoewel de meeste online platforms er juist baat bij hebben om als (reis)agent te worden aangemerkt, kan daar ook een keerzijde aan zitten. Zo heeft de reisbranche een eigen pensioenfonds (Bpf Reisbranche), met een verplichte deelname voor alle reisagenten. Het online platform Booking.com wil niet aan deze verplichting voldoen en stelt zich op het standpunt dat zij niet bemiddelt bij de totstandkoming van de overeenkomst. Indien er geen sprake is van bemiddeling, kwalificeert Booking.com ook niet als een reisagent. In een recente uitspraak van de Hoge Raad blijkt dat de Hoge Raad daar anders over denkt.[1]
De bemiddelingsovereenkomst is neergelegd in artikel 7:425 BW. Aan de bemiddelingsovereenkomst stelt de wet drie eisen, namelijk (I) een overeenkomst van opdracht, (II) waarbij de opdrachtnemer, die moet fungeren als tussenpersoon, (III) werkzaam moet zijn bij de totstandkoming van één of meer overeenkomst(en).
De handelsagent is een voorbeeld van een partij die bemiddelt in de zin van artikel 7:425 BW. De agentuurovereenkomst op basis waarvan de handelsagent zijn werkzaamheden uitvoert, kwalificeert namelijk als een bijzondere bemiddelingsovereenkomst.
Om te beoordelen of er sprake is van ‘bemiddeling’ moet de feitelijke situatie dus worden getoetst aan deze wettelijke voorwaarden.
Bpf Reisbranche, een bedrijfstakpensioenfonds, stelt dat Booking.com verplicht is deel te nemen aan het pensioenfonds voor de reisbranche. Volgens haar bemiddelt Booking.com bij de totstandkoming van de overeenkomst en kwalificeert Booking.com als een (online) reisagent. De (online) reisagent wordt gedefinieerd als: “degene die in de uitoefening van zijn bedrijf bemiddelt op het gebied van reizen in de ruimste zin des woords, waaronder begrepen overeenkomsten inzake vervoer, verblijf en pakketreizen”. De vraag die voorlag bij de Hoge Raad was of Booking.com bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten op het gebied van reizen.
Booking.com stelt zich op het standpunt dat zij niet bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten op het gebied van reizen en dat zij dus niet onder de omschrijving van (online) reisagent valt. Zij meent dat zij slechts een online reserveringsplatform ter beschikking stelt waarop klanten het aanbod kunnen bekijken en een accommodatie kunnen boeken. Het feit dat de boeking via haar website loopt, maakt nog niet dat zij in de uitoefening van haar bedrijf bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten.
Volgens de Hoge Raad dient voor de beantwoording van de vraag of Booking.com als (online) reisagent aangemerkt kan worden, nagegaan te worden of Booking.com haar bedrijfsactiviteit valt onder de omschrijving “bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten in de ruimste zin des woords, waaronder worden begrepen overeenkomsten inzake vervoer, verblijf en pakketreizen”. Het gaat er volgens de Hoge Raad om hoe het bedrijfsmodel van Booking.com is ingericht.
Voor de betekenis van het begrip bemiddelen dient volgens de Hoge Raad acht te worden geslagen op de betekenis van bemiddeling neergelegd in artikel 7:425 e.v. BW. Dat houdt volgens de Hoge Raad in dat de werkzaamheden van Booking.com als tussenpersoon eraan bijdragen dat de klant en de accommodatieverstrekker een overeenkomst kunnen sluiten. Dit doet Booking.com ook door de klant de mogelijkheid te bieden een overeenkomst met de accommodatieverstrekker aan te gaan via het platform én door partijen de administratieve verwerking uit handen te nemen. Het feit dat Booking.com een vergoeding ontvangt naar aanleiding van het tot stand komen van de overeenkomst, wijst volgens de Hoge Raad ook op bemiddeling. Verder hoeven de werkzaamheden niet veelomvattend te zijn om te kunnen spreken van bemiddeling.
De Hoge Raad komt dan ook tot de conclusie dat Booking.com in de uitoefening van haar bedrijf “bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten op het gebied van reizen” en dus kwalificeert als (online) reisagent.
Wat voor Booking.com geldt, zal voor de meeste online reisplatforms gelden. De exploitant van het platform maakt het mogelijk dat de klant kan zoeken, vergelijken en boeken in de op het platform beschikbare content. De boeking is doorgaans rechtstreeks, waarbij een stuk administratieve verwerking uit handen van de betrokken partijen wordt genomen. Ondanks het feit dat er lang niet altijd sprake is van een directe vergoeding in de vorm van commissie, zal naar onze mening in bijna alle gevallen waarin een online reisplatform vraag en aanbod bij elkaar brengt worden voldaan aan de definitie van ‘bemiddeling’ zoals opgenomen in de wet.
[1] HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:527.