In de zaak waar de rechtbank Limburg zich recent over moest buigen, is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw (hierna: “het college”) verzocht handhavend op te treden tegen iemand die illegaal asbesthoudende golfplaten zou hebben verwijderd. Deze golfplaten zouden vervolgens in een gat in de tuin zijn gedumpt, waardoor sprake zou zijn geweest van een risico op grondwaterverontreiniging. Het bewijs voor deze overtreding is volgens het college onvoldoende. Uit de controles die zijn uitgevoerd blijkt dat de dakplaten, circa 150 m2, zijn vervangen door nieuwe dakplaten. De eigenaar/exploitant heeft aangegeven dat het geen asbesthoudende dakplaten zijn die hij heeft verwijderd en dat hij de platen na verwijdering heeft afgevoerd naar het milieupark. Daarmee is volgens het college onvoldoende aannemelijk gemaakt dat asbest is verwijderd en/of gedumpt op het perceel.
De rechtbank komt tot een ander oordeel dan het college. In artikel 3, eerste lid van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 staat namelijk dat degene die een bouwwerk (of een gedeelte daarvan) afbreekt of uit elkaar neemt er zorg voor draagt dat eerst een asbestinventarisatie wordt verricht indien in dit bouwwerk naar redelijke verwachting asbest of een asbesthoudend product is toegepast. Uit de woorden ‘naar redelijke verwachting’ haalt de rechtbank dat niet onomstotelijk vast hoeft te staan dat asbest in een bouwwerk is toegepast.
De rechtbank concludeert dat in dit geval de controles hebben plaatsgevonden nadat de golfplaten al waren verwijderd. Deze controles zeggen dus niets over de vraag of de platen asbesthoudend waren of niet. Andere omstandigheden leiden wel tot de conclusie dat de redelijke verwachting bestaat dat de verwijderde platen asbesthoudend waren en op grond waarvan een overtreding moest worden aangenomen. De rechtbank wijst erop dat tot 1994 vaak asbest werd toegepast in bouwwerken, waardoor golfplaten van voor dit moment naar redelijke verwachting asbest bevatten. Uit foto’s en een taxatierapport leidt de rechtbank af dat de golfplaten naar redelijke verwachting van vóór 1994 dateren. Dit is ook niet door de eigenaar/exploitant weersproken. Dit betekent dat de rechtbank naar redelijke verwachting aanneemt dat de golfplaten asbesthoudend waren.
Gelet hierop oordeelt de rechtbank dat sprake is van een motiveringsgebrek. Niet wordt duidelijk waarom het college het handhavingsverzoek heeft afgewezen. Dit leidt overigens niet tot enige gevolgen. De golfplaten zijn door de eigenaar/exploitant immers al verwijderd waardoor een herstelsanctie niet meer mogelijk is en een boete kan niet door het college in deze situatie worden opgelegd.
Uit bovenstaande zaak kan worden afgeleid dat dus niet onomstotelijk vast hoeft te staan dat asbest is verwerkt in golfplaten. Het is voldoende als ‘naar redelijke verwachting’ asbest of een asbesthoudend product is toegepast in de golfplaten. Hiervan is sprake als uit voldoende bewijsstukken blijkt dat de golfplaten dateren van vóór 1994. In dat geval is een asbestinventarisatie in beginsel verplicht. Voldoet u hier niet aan, dan is sprake van een overtreding van artikel 3, eerste lid van het Asbestverwijderingsbesluit 2005.
In een enkel geval is het uitvoeren van een asbestinventarisatie bij het verwijderen van golfplaten toch niet nodig. Het gaat dan om een in de wet gecreëerde mogelijkheid die mensen in de gelegenheid stelt om zelf, dus niet in uitoefening van een beroep of bedrijf, asbest houdende golfplaten te verwijderen.
Deze mogelijkheid is slechts onder strikte omstandigheden mogelijk, namelijk op het moment dat het gaat om het:
Wordt aan deze voorwaarden voldaan, dan kan kunt u dus zelf de golfplaten verwijderen zonder het laten uitvoeren van een asbestinventarisatie.
Bezit u een golfplaten dak dat is gedateerd van vóór 1994? Dan is dit golfplaten dak naar redelijke verwachting asbesthoudend. Dit betekent dat in beginsel een asbestinventarisatie dient te worden uitgevoerd. Hier bestaat een uitzondering op. Deze hebben wij hierboven uitgebreid besproken.
Mocht u gebruik willen maken van deze uitzondering, dan adviseren wij u goed te controleren of u aan deze criteria voldoet. Aangezien asbestdaken dateren van voor 1994, zijn deze doorgaans al (ernstig) verweerd. Van hechtgebonden asbest is dus steeds minder vaak sprake, wat betekent dat de hiervoor genoemde uitzondering steeds minder vaak gebruikt kan worden om zelf het asbest te verwijderen.
Wilt u weten of u uw asbesthoudend dak mag verwijderen? Of wilt u weten of de gemeente mag optreden tegen dergelijke acties? Neem dan vrijblijvend contact met een van onze specialisten op het gebied van handhavingsrecht/asbestrecht.