Daarbij stelt het Europees Hof voorop dat wanneer een advocaat wordt gevraagd de belangen van de verzekerde in een gerechtelijke of administratieve procedure te behartigen, de verzekerde vrij is om deze vertegenwoordiger te kiezen. Verzekeraar probeerde vervolgens het begrip „administratieve procedure” te beperken tot enkel gerechtelijke procedures, maar daar ging het Hof dus niet in mee. Het in een Europese richtlijn vastgelegde recht op de vrije keuze van de advocaat heeft namelijk tot doel de belangen van de verzekerde ruime bescherming te bieden.
Zeker in asbestzaken kan een grote winst worden behaald in de bezwaarfase. Argumenten die moeten leiden tot bijvoorbeeld matiging van een boete worden in die fase namelijk volledig meegewogen. Daarnaast kan in die fase een beroepsprocedure bij de bestuursrechter worden voorkomen, bijvoorbeeld doordat SZW instemt met een opschorting van het publiceren van de inspectiegegevens. Ook in zaken die gaan over (preventieve) stilleggingen moet een groot gewicht worden toegekend aan de bezwaarfase. Indien een of meerdere boetes in die fase namelijk gematigd worden, dan mag SZW later minder snel tot stillegging overgaan. Al die zwaarwegende aspecten maken dat de beslissing van het Europees Hof van Justitie om het recht op een vrije advocaatkeuze uit te breiden tot de bezwaarfase, een flinke verbetering betekent.