In onze nieuwsbrief van mei heeft u het kunnen lezen; de eerste wijzigingen van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) zijn in de maak. Een van de, destijds aangekondigde, wijzigingen ziet op de door de werkgever te betalen transitievergoeding na twee jaar ziekte van werknemer. Afgelopen week heeft Minister Asscher de tekst van het wetsvoorstel gepubliceerd.
Sinds invoering van de WWZ is een werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd als de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt opgezegd, niet wordt verlengd of ontbonden, mits de duur van het dienstverband minimaal 24 maanden bedraagt. Werkgever is deze vergoeding in beginsel altijd verschuldigd, dus ook als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd omdat de werknemer de arbeid als gevolg van ziekte of gebreken niet meer kan verrichten en herplaatsing niet mogelijk is. Zelfs als een werknemer instroomt in de IVA omdat sprake is van duurzame volledige arbeidsongeschiktheid (80-100%) en dientengevolge ‘transitie’ naar een andere baan onmiskenbaar niet aan de orde is, dient werkgever de wettelijk verplichte transitievergoeding te betalen.
Het feit dat een werkgever, nadat hij lange tijd loon heeft doorbetaald aan een arbeidsongeschikte werknemer, deze werknemer ook nog een transitievergoeding moet betalen bij beëindiging van het dienstverband heeft tot veel kritiek geleid. Dit onderdeel van de WWZ wordt door velen als onrechtvaardig ervaren.
In de praktijk zorgt deze verplichting voor een toename van de zogeheten ‘slapende dienstverbanden’ van langdurig zieke werknemers. Met andere woorden, werknemers die formeel nog wel in dienst zijn bij werkgever, maar feitelijk al meer dan twee jaar niet meer werkzaam zijn voor de werkgever wegens ziekte. Terwijl een werkgever voor deze dienstverbanden toestemming kan vragen aan het UWV om te mogen opzeggen. Uitsluitend om te voorkomen dat de transitievergoeding moet worden betaald, wordt een dergelijk dienstverband ‘slapend’ gehouden door de werkgever en niet beëindigd. Werkgevers realiseren zich vaak niet dat slapende dienstverbanden ook risico’s met zich meebrengen. Want wat als werknemer na een aantal jaren plots ‘wakker’ wordt en claimt dat hij aan de slag wil? Werknemer heeft nog een arbeidsovereenkomst en kan dus aanspraak maken op (passende) arbeid. Bovendien loopt de duur van het dienstverband door en daarmee de hoogte van de te betalen transitievergoeding indien de arbeidsovereenkomst later (om wat voor reden ook) alsnog beëindigd wordt.
De toename van slapende dienstverbanden wordt als een onwenselijk neveneffect van de WWZ beschouwd. Anderzijds wordt eveneens als onwenselijk beschouwd de cumulatie van financiële verplichtingen voor de werkgever bij langdurige ziekte van de werknemer. De Minister kondigde daarom eerder dit jaar aan te komen met maatregelen.
Het wetsvoorstel is in de kern een compensatieregeling. Werkgevers blijven de transitievergoeding verschuldigd aan langdurig arbeidsongeschikten, echter zij worden gecompenseerd voor de (in beginsel volledige) kosten. Deze compensatie wordt door het UWV aan de werkgevers betaald vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf).
De verwachtte kosten bedragen in het eerste jaar € 630 miljoen en daarna € 180 miljoen per jaar. Om de compensaties te kunnen betalen wordt de (uniforme) premie voor Awf verhoogd. Het voornemen is om de Awf-premie in 2018 te verhogen met 0,45%, in 2019 en nadien zal de Awf-premie met 0,1% a 0,15% worden verhoogd.
De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2018. Maar goed nieuws: de maatregel wordt met terugwerkende kracht ingevoerd tot 1 juli 2015 (datum invoering WWZ).
Ja, de regering wil geen onderscheid maken naar de aard van het dienstverband, de maatregel geldt voor zowel tijdelijke contracten (langer dan 2 jaar in dienst) als contracten voor onbepaalde tijd. Indien een werkgever bijv. een transitievergoeding verschuldigd is bij het niet verlengen van een tijdelijk contract, waarbij de werknemer op de einddatum ziek is, dan geldt de maatregel onverkort.
Ja, om te voorkomen dat werkgevers geen beëindigingsovereenkomsten meer sluiten en daardoor de druk op UWV (of rechter) toeneemt, maakt de maatregel geen onderscheid naar de wijze van beëindiging. Wel dient de reden van de beëindiging of niet voortzetting dan gelegen te zijn in het feit dat de werknemer wegens ziekte of gebrek niet meer in staat is de bedongen arbeid te verrichten.
In beginsel wel, maar er gelden enkele beperkingen:
a) Om misbruik te voorkomen (voortzetten van dienstverband zonder loondoorbetalingsplicht uitsluitend om hogere compensatie te krijgen) wordt geen hoger bedrag aan compensatie betaald dan de transitievergoeding waar een werknemer recht op heeft op het moment dat de loondoorbetalingsplicht eindigt.
b) De compensatie zal niet meer bedragen dan het bedrag gelijk aan het tijdens ziekte van de werknemer betaalde loon. Als de kosten van loondoorbetaling tijdens ziekte beperkt zijn, bijvoorbeeld bij een tijdelijk contract, is volledige compensatie volgens de regering niet noodzakelijk.
c) Indien een werkgever een loonsanctie is opgelegd door het UWV (de periode van loondoorbetaling wordt verlengd in verband met het niet naleven van re-integratieverplichtingen) dan telt de periode dat de loonsanctie voortduurt niet mee bij de berekening van de hoogte van de compensatie. De Minister wil nl. niet dat een werkgever voordeel behaalt uit het niet naleven van verplichtingen.
In beginsel niet. Dit is slechts anders indien verkeerde informatie is verstrekt aan UWV (bewust of onbewust) en hierdoor ten onrechte een te hoge compensatie aan werkgever is toegekend. Het teveel betaalde zal dan worden teruggevorderd door UWV.
Werkgevers let op:; indien sprake is van bewust verstrekken van verkeerde informatie zal UWV aangifte doen van fraude bij het Openbaar Ministerie.
Er zullen nog regels worden opgesteld met betrekking tot procedure van het aanvragen, zoals de termijn waarbinnen de aanvraag moet plaatsvinden en het toekennen van de compensatie. Ook wordt in deze regels vastgelegd op welke wijze werkgever moet aantonen dat recht bestaat op de compensatie en de omvang hiervan.
Het einde van de onrechtvaardige praktijk, waarbij werkgevers na twee jaar lang loondoorbetaling van een zieke werknemer, ook nog de transitievergoeding moeten betalen, is in zicht. Werkgevers krijgen vanaf 1 januari 2018 (en met terugwerkende kracht) in beginsel de volledige transitievergoeding gecompenseerd van het UWV. Hiermee lijkt een einde te komen aan de slapende dienstverbanden en de risico’s van ontwakende werknemers.
Een klein voorbehoud is geboden; het betreft immers een concept wetsvoorstel dat nog parlementair behandeld moet worden. Desalniettemin, gezien de terugwerkende kracht van het wetsvoorstel, kan dit beschouwd worden als een wake up call voor werkgevers.