Iedere werknemer heeft recht op wettelijke vakantiedagen. De wettelijke vakantiedagen bedragen minimaal vier keer de overeengekomen arbeidsduur per week. Dit betekent dat werknemers met een voltijds dienstverband recht hebben op 20 wettelijke vakantiedagen per jaar. Duurt het dienstverband korter dan één kalenderjaar en/of is er sprake van een parttime dienstverband, dan is de opbouw van de vakantiedagen evenredig aan de duur en/of de omvang van het dienstverband.
Bovenwettelijke vakantiedagen zijn alle extra dagen die u als werkgever toekent bovenop de wettelijke vakantieaanspraak, bijvoorbeeld op grond van een bedrijfsregeling of de cao.
Regelmatig doet zich de situatie voor dat een werknemer aan het einde van het kalenderjaar nog vakantiedagen over heeft. De vakantiedagen die de werknemer heeft opgebouwd, maar niet heeft opgenomen, mogen worden meegenomen naar het volgende kalenderjaar. Maar: oneindig vakantiedagen opsparen, is niet mogelijk door de voor vakantiedagen geldende verval- en verjaringstermijn.
Voor wettelijke vakantiedagen geldt een korte vervaltermijn van zes maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de dagen zijn opgebouwd. Dit betekent dat de wettelijke vakantiedagen die in 2024 zijn opgebouwd, komen te vervallen op 1 juli 2025. Deze korte vervaltermijn heeft tot doel werknemers te stimuleren daadwerkelijk vakantie op te nemen om uit te rusten en weer op krachten te komen.
Voor bovenwettelijke vakantiedagen geldt geen korte vervaltermijn, maar een langere verjaringstermijn van vijf jaren. Dit betekent dat bovenwettelijke vakantiedagen die in 2024 zijn opgebouwd, pas verjaren op 1 januari 2030.
Er gelden een aantal uitzonderingen op de bovenstaande verval- en verjaringstermijn. Eerder hebben wij u hierover geïnformeerd in dit artikel. Eén van de uitzonderingen op de verval- en verjaringstermijn doet zich voor als de werkgever niet heeft voldaan aan zijn zorg- en informatieplicht en de werknemer niet tijdig en/of nauwkeurig heeft geïnformeerd over zijn vakantierechten. Wanneer u hieraan niet heeft voldaan, vervallen of verjaren de vakantiedagen niet, zelfs niet als de wettelijke verval- en verjaringstermijn zijn verstreken.
Omdat het einde van het jaar nadert, wijzen wij u graag nogmaals op de aanbevelingen die wij u in voornoemd artikel hebben gedaan.
Ter voorkomen van kostbare stuwmeren aan verloftegoeden raden we werkgevers aan om:
• een goede verlofadministratie bij te houden, zodat goed wordt bijgehouden wat er aan wettelijke- en bovenwettelijke vakantie-uren wordt opgenomen en overblijft;
• werknemers tijdig (en minstens eenmaal per jaar) schriftelijk te informeren over hun opgespaarde verloftegoed, en;
• werknemers te vragen – en daadwerkelijk in de gelegenheid te stellen – om dat verloftegoed voor de vervaldatum op te nemen en te informeren over de consequentie (verval) als ze dat nalaten.
Gelet op de eis dat werknemers tijdig moeten worden geïnformeerd en daadwerkelijk in de gelegenheid moeten worden gesteld om het verlof op te nemen, kun je logischerwijs niet wachten tot een aantal weken voor de verval- of verjaringsdatum, maar doe je er als werkgever goed aan om je personeel in ieder geval aan het begin van het jaar al te informeren over het verloftegoed en de datum waarop het verloftegoed vervalt of verjaart. Op deze wijze zorg je ervoor dat zowel het personeel als de organisatie het jaar met een duidelijk overzicht begint. Wellicht een mooi voornemen voor 2025.
Wij wensen u prettige feestdagen en een fijne jaarwisseling toe!