Shutterstock Bezorger2

DELIVEROO: OVER INBEDDING EN PERSOONLIJK WERK

31 maart 2023

De discussie over de status van platformarbeiders in Nederland heeft de arbeidsrechtelijke gemoederen de afgelopen tijd flink bezig gehouden. Hoewel veel platformarbeiders werk(t)en op basis van een ZZP-overeenkomst (ook wel overeenkomst van opdracht genoemd), wordt er getwijfeld of er in werkelijkheid niet sprake is van schijnzelfstandigheid, waarbij het platform werkgeversgezag uitoefent over de werkers (bijvoorbeeld door het bepalen van de beloning, werkwijze en kledingvoorschriften). In een recente uitspraak heeft de Hoge Raad zich hierover mogen uitlaten. We lopen een aantal opvallende punten met u door.

Achtergrond

Het hier bovengenoemde vraagstuk speelde in de Deliveroo zaak. Maaltijdbezorger Deliveroo is sinds 2015 tot 2022 actief geweest in Nederland en liet bezorgers tot 2018 werken op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Vanaf dat moment besloot Deliveroo de arbeidsovereenkomsten niet meer te verlengen, maar de bezorgers via een ZZP-constructie op basis van een opdrachtovereenkomst te laten werken.

Er zijn drie belangrijke elementen die vereist zijn voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst: een werknemer verbindt zich om arbeid te verrichten, tegen loon, in een gezagsverhouding ten opzichten van zijn of haar werkgever. Vakbond FNV is van mening dat de bezorgers arbeid moesten verrichten op basis van een arbeidsovereenkomst. Daarom spande FNV een rechtszaak aan tegen Deliveroo. De Deliveroo zaak richt zich op de kwalificatievraag van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter en het Gerechtshof Amsterdam oordeelden eerder dat de Deliveroo-bezorgers arbeid verrichtten op basis van een arbeidsovereenkomst en dus geen ZZP-ers waren. 

 

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad geeft vakbond FNV gelijk: de bezorgers van Deliveroo waren geen ZZP-ers, maar werknemers. De Hoge Raad benadrukt hierbij dat alle omstandigheden van het geval van belang zijn om te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst. De conclusie van de AG om de inbedding in de organisatie van het werk leidend te laten zijn, volgt de Hoge Raad niet. Inbedding betekent dat de werkzaamheden van de zzp'er de kern vormen van de bedrijfsactiviteiten van de opdrachtgever. Een voorbeeld hiervan is een leraar die als ZZP-er gaat werken op een school. De Hoge Raad wijst erop dat het niet alleen om de inbedding van het werk gaat, maar hecht hierbij ook waarde de manier waarop de ZZP-er is ingebed in de organisatie en gaat hierbij uit van alle relevante omstandigheden.

De Hoge Raad geeft hierbij een opsomming van omstandigheden die (onder meer) van belang zijn voor de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst, namelijk:

  • de aard en duur van de werkzaamheden;
  • de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
  • de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
  • het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
  • de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen tot stand is gekomen;
  • de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
  • de hoogte van deze beloningen;
  • de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt;
  • of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt.

Volgens de Hoge Raad is het bovendien binnen de arbeidsovereenkomst mogelijk dat de werknemer zich mag laten vervangen voor het verrichten van de arbeid. De vrijheid die aan bezorgers van Deliveroo wordt gegeven om te kiezen wanneer zij bestellingen accepteren en anderen toe te staan hen te vervangen, betekent niet per se dat zij geen werknemers zijn onder een arbeidsovereenkomst. De rechtbank heeft ook gekeken naar de praktische gevolgen van de vervangingsclausule en heeft geconcludeerd dat deze in de praktijk niet veel invloed heeft op de werkomstandigheden van de bezorgers. De Hoge Raad bevestigt hiermee dat de verplichting om persoonlijke arbeid te verrichten geen doorslaggevend element is voor de bepaling of sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Veel betrokkenen hoopten dat de Hoge Raad meer duidelijkheid zou scheppen over de kwalificatie van arbeidsrelaties. Het arrest biedt echter geen reden tot toegenomen vrees voor herkwalificatie van ZZP-overeenkomsten als arbeidsovereenkomsten gezien de beoordeling nog steeds afhangt van alle omstandigheden van het geval. Over organisatorische inbedding blijft de Hoge Raad bij de bestaande jurisprudentie en legt de bal voor verdere ontwikkeling of verduidelijking bij de wetgever.

 

Contact 

Heeft u een vraag over dit onderwerp? Neem dan vrijblijvend contact op met onze Arbeidsrecht specialisten. 

 

Regelmatig op de hoogte blijven van de laatste juridische ontwikkelingen?