Logo Alles Over Agentuur

Artikel 2 - Valkuilen bij agentuur: ontstaansmoment provisieaanspraak

14 maart 2024

In deze reeks van artikelen bespreken wij een aantal aandachtspunten dat van belang is bij een agentuurrelatie en geven wij tips om valkuilen te vermijden. In dit artikel uit deze reeks staat het ontstaansmoment van een provisieaanspraak centraal.

Een agent draagt orders aan bij de principaal. Niet elke aangebrachte order leidt ook een tot overeenkomst en niet elke overeenkomst wordt ook uitgevoerd. Wanneer ontstaat het recht van de agent op provisie? Dat bespreek ik in deze bijdrage.

 

Uitgangspunt: totstandkoming overeenkomst

Het uitgangspunt in de wet is dat de principaal aan de handelsagent provisie verschuldigd is over overeenkomsten die tot stand komen tijdens de duur van de agentuurovereenkomst en na afloop van de agentuurovereenkomst.[1]

Het enkele aanbrengen van een order leidt dus in principe niet tot een recht op provisie. De provisieaanspraak ontstaat pas als de order tot een gesloten overeenkomst heeft geleid.

De rol van de handelsagent is vaak beperkt tot het aanbrengen van een order. In dat geval heeft de handelsagent er geen invloed op of de principaal de order ook aanvaardt en daarmee ook niet of er ook daadwerkelijk een overeenkomst tot stand komt.

De wet bevat een mechanisme om de agent hierin tegemoet te komen en de onzekerheid over de vraag of diens inspanning ook leidt tot een recht op provisie niet te lang te laten voorduren. Voor het ontstaan van de provisieaanspraak van een agent, gaat de wet ervan uit dat iedere aangebrachte order ook door de principaal wordt aanvaard. Dit is slechts anders, als de principaal binnen een redelijke termijn nadat hij de order heeft ontvangen, mededeelt dat hij de order weigert, of wel mededeelt dat hij de order onder een voorbehoud aanvaardt. In dat laatste geval komt de overeenkomst alsnog tot stand zodra het voorbehoud wordt vervuld. Met vervulling van de voorwaarde ontstaat dan de provisieaanspraak.

Wat is dan een redelijke termijn om een order te weigeren? Als partijen daarover zelf niets hebben opgenomen in de agentuurovereenkomst, dan is die termijn 1 maand vanaf het moment dat de order bij de principaal is aangebracht.

Let dus als principaal op dat je een aangedragen order tijdig beoordeelt en waar nodig de order weigert of een voorbehoud maakt. Anders loop je het risico dat je wel provisie moet betalen over een nooit tot stand gekomen overeenkomst.

Heeft de principaal doorgaans meer tijd nodig dan 1 maand om te beslissen of hij een order wil aanvaarden of niet, overweeg dan om in de agentuurovereenkomst een langere beslistermijn op te nemen.

 

Optioneel: uitvoering van de overeenkomst

Is de overeenkomst gesloten, dan blijft het recht op provisie in beginsel bestaan, ook als de overeenkomst toch niet wordt uitgevoerd. Partijen kunnen hierover ook andere afspraken maken. Het is mogelijk om af te spreken dat de agent pas een provisieaanspraak krijgt als een door hem aangebrachte overeenkomst daadwerkelijk is uitgevoerd.

Omdat de uitvoering op een later moment plaatsvindt dan het sluiten van de overeenkomst, kan bij een dergelijke afspraak rekening gehouden worden met omstandigheden die zich voordoen tussen het moment van het sluiten van de overeenkomst en het moment van uitvoering daarvan.

Waaraan moet je denken bij uitvoering? Als de door de handelsagent bemiddelde overeenkomst een verkoopovereenkomst is, dan is de overeenkomst uitgevoerd op het moment waarop de principaal het product heeft geleverd en de klant het product heeft betaald.

Het is vaak wenselijk voor de principaal om een dergelijke afspraak te maken. Als de overeenkomst niet wordt uitgevoerd, omdat de klant niet betaalt of de order annuleert, dan hoeft de principaal de agent geen commissie te betalen over de achteraf gezien nutteloos gebleken aangebrachte order.

Het kan zo zijn dat de niet-uitvoering van de overeenkomst niet aan de klant te wijten is, maar aan de principaal. Bijvoorbeeld omdat de klant niet wil betalen, omdat die een ondeugdelijk product geleverd heeft gekregen. In dat geval zal de principaal de agent alsnog provisie moeten betalen over de tot stand gekomen, maar niet uitgevoerde overeenkomst.

Een beding dat het ontstaan van provisie afhankelijk stelt van de uitvoering van de overeenkomst moet uitdrukkelijk worden gemaakt. Wij raden daarom aan om dit heel duidelijk in een schriftelijke agentuurovereenkomst vast te leggen.

Wilt u meer weten over provisieaanspraken in een agentuurrelatie? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze specialisten.

 

[1] Artikel 7:431 lid 1 en lid 2 BW.

 

Regelmatig op de hoogte blijven van de laatste juridische ontwikkelingen?